|
|
|
|
Upgrades van transportband aandrijvingen zorgen tot 50 % meer output in de afvalverwerkingsindustrie
|
|
|
Diverse industrieën zoeken momenteel oplossingen om hun productiviteit en rentabiliteit te verhogen. Een sterk wapen tegen de concurrentie, voor sommige een must om te overleven.
Upgrades van transportband systemen maken dikwijls deel uit van dit optimalisatie- en rentabiliteitsproces.
Zo ook bij deze aandrijvingscase in een Antwerps non-ferro recyclage bedrijf, wereldleider in deze sector.
MGH kon met de upgrade van de aandrijvingen op diverse transportbanden hieraan zijn bijdrage leveren. Ten eerste door op een economische manier, mits de aanpassing van de tandwiel overbrengingsverhouding de tandwielkast tot 50% sneller te laten draaien en door nieuwe motoren te voorzien van een betere energieklasse. Hierdoor wordt nog eens een belangrijke hoeveelheid energie bespaard. Niet mis dus voor aandrijvingen die 24u/24u moeten presteren.
Technische kenmerken van de motorreductor
- Type: SKZH66C140U-112M4 L1
- Merk Premium Stephan SK4 (Ex Rexnord Stephan)
- Montage: horizontaal op holle as met een reactiestang
- Reductieverhouding: 140/1
- Mechanisch nominaal vermogen volgens AGMA: 5,5 kW
- Nominaal koppel volgens AGMA: 4900 Nm
- Opstelling met lantaarnhuis en aanbouw IEC motor
- Motor IEC112 klasse IE2, vermogen 4 KW
Belangrijke parameters van upgrading bij een transportband voor het aandrijfvermogen
- De bandsnelheid
De bandsnelheid verhogen betekent dat het vermogen dat opgenomen wordt reeds minstens evenredig verhoogt.
- De bandbelasting
Voor de aandrijving te selecteren of te controleren of het vermogen voldoende is, is het belangrijk het nodige aandrijfkoppel van de nieuwe situatie in kaart te brengen. Indien de bandbelading identiek blijft zal dit geen aanleiding geven tot een hoger aandrijfkoppel.
- De wrijvingsweerstand
Door de verhoging van de bandsnelheid zal ook de wrijving toenemen. Het zijn vooral de lagers die bij hogere bandsnelheid wat hogere weerstand bieden. Vooral bij opstart in koudere toestand kan dat meespelen.
Wat met de opstart en beveiliging van de aandrijving bij vastloop van de transportband?
- Bescherming van de aandrijfkast bij aanloop
- Vloeistofkoppelingen. Bij bestaande installaties met een vloeistofkoppeling, kan in vele gevallen de vloeistofkoppeling bij snelheidsverhogingen behouden blijven. Indien het aandrijfkoppel hoger wordt, kan een verhoogde vulling van de vloeistofkoppeling voldoende zijn. MGH kan hier de nodige aanbevelingen maken.
- Magneetkoppelingen. Bij bestaande installaties met een magneetkoppeling kan deze bij snelheidsverhogingen behouden blijven. Indien het aandrijfkoppel hoger wordt, kunnen we de air gap bijregelen om zo het overdraagbare koppel te verhogen. MGH kan hier eveneens de nodige aanbevelingen maken.
- Frequentiesturingen. Bij nieuwe installaties wordt meer en meer gebruik gemaakt van motoren met frequentiesturing, in het bijzonder wanneer de snelheid van de transportband variabel moet zijn.
- Bescherming van de aandrijfkast bij vastlopen of overbelasting van de transportband
- Vloeistofkoppelingen. Bij vast lopen van de transportband of overbelasting zal een vloeistofkoppeling “doorslippen”. Hierdoor zal de olietemperatuur in de koppeling fors toenemen, tot de veiligheidssmeltstop doorgaat. De olie kan hierdoor afvloeien zodat de koppeling probleemloos verder kan losdraaien op zijn lagers. Nadelen hierbij kunnen de weglopende hete olie zijn, gezien ook de toenemende aandacht voor veiligheid en milieu.
- Magneetkoppelingen. Een magneetkoppeling zal bij vastlopen van een transportband met een 100 % slip gaan draaien. Hierdoor zal de temperatuur in de magneetkoppeling verhogen, waarna de installatie stilgelegd kan worden. Bij de opstart moeten geen maatregelen genomen worden voor de magneetkoppeling.
- Frequentiesturing/soft start. Bij het vastlopen zal de frequentiesturing al dan niet snel genoeg reageren, maar wordt de motor niet “ontkoppeld” van de installatie. Hierdoor kan de massatraagheid van de motor zorgen voor een overbelasting in de tandwielkast, met alle gevolgen van dien.
|
|
|
Een speciale bescherming bij schuin opgestelde en verticale transportbanden
Bij modificaties waar een transportband schuin of schuiner opgesteld staat, is het belangrijk een teruglooprem te voorzien op de aandrijving. Inderdaad, indien de motor aandrijfspanning wegvalt, zal de beladen band teruglopen, waardoor de aandrijving met de motor in overdrive kan komen. Dit kan leiden tot gevaarlijke situaties van vastlopen/explosie van de motor en van de snelle trap van de tandwielkast.
Oplossingen als beveiliging hiervoor
- Geïntegreerde teruglooprem voor de aandrijfkast: Dit wordt meestal bekomen door een teruglooprem op de sneldraaiende as of eventueel op de eerste tussenas, omdat daar het nodige remkoppel het kleinste is.
- Externe teruglooprem: Een externe teruglooprem bestaat meestal uit twee lagers, een dichting, het terugloopelement zelf en een holle as. Dit geheel kan dan gemonteerd worden op een asuitsteek van de tandwielkast. Gebruikt bij grotere remkoppels, eenvoudiger te inspecteren/vervangen.
- Externe remmen: Externe remmen worden algemeen gebruikt daar waar het nodige remkoppel echt hoog is. Deze bestaan meestal uit een remtrommel of uit een remschijf die op een uitstekende as van de tandwielkast gemonteerd is. Op de aparte remstoel worden de remschoenen scharnierend bevestigd, ook de elektro–hydraulische aandrijfunit, die de remschoenen tegen de remtrommel of de remschijf aandrukken om te remmen.
|
|
|
MGH, Uw partner voor totaaloplossingen
Bestaande aandrijvingen van transportbanden kunnen meestal op een economische manier aangepast worden aan de veranderde vereisten van de transport band. MGH doet als expert hierin de nodige studie en advies, doet de selectie van materialen en de levering ervan, die zorgen voor een totale oplossing. Dit met de nodige vooropstelling van de rentabiliteit, de bedrijfszekerheid en met de nodige veiligheids- en milieu eisen.
|
|
|
|
|
|